Casestudie Ana: Mediteren is (ook) een ontspanningsoefening
In het winkelcentrum van mijn woonwijk kom ik een oude buurtgenoot tegen. Na wat uitwisseling vraagt ze me opnieuw (ze vroeg dit al eerder) of ik nog plannen heb om in onze woonwijk yogales te gaan geven. Ik beloof haar te laten het weten als ik dat ga doen (wat ik inderdaad al jaren overweeg). Nadat ik ruimte heb kunnen creëren in mijn huis, krijgt dit plan uiteindelijk handen en voeten. Ik stel Ana op de hoogte en op een maandagavond is het zover. Met een groepje van 8 mensen beginnen we met goede zin aan de eerste les. Ana heeft een gloednieuwe yogamat gekocht en komt heel enthousiast binnen en zoekt een plekje.
Zoals ik gewoon ben, start ik na een korte introductie en rondje ‘Wat zijn je verwachtingen?’ met losmaakoefeningen. Deze duren –rustig uitgevoerd- ongeveer 10 minuten Ik doe een kort dialoogondje om te horen wat een ieders ‘startpunt’ is. Ana is opgewekt en voelt hoe lekker deze losmaakoefeningen voor haar lichaam zijn. Daarna besteed ik aandacht aan de adem in ruglig: bewustworden en waarnemen hoe de adembeweging NU gaat en waar deze NU zit in het lichaam. Ik zie dat Ana’s adembeweging vlug en hoog is. We nemen de tijd, maar niet heel lang want bij zo’n eerste kennismaking met bewustwording van de adem bij beginnende cursisten mag het ook ‘aangenaam blijven’. Ana verwoordt dat ze verrast is hoe snel en hoog haar adem is. Ze zegt: ‘veel te hoog en veel te snel.’ En ze zegt: ‘Ik heb zoveel spanning in mijn lijf’.
Ik complimenteer haar dat ze dit zo goed heeft waargenomen. Tevens vertel ik aan de groep dat de adem een voortdurend punt van aandacht zal zijn, ook in de fysieke oefeningen. Ik zeg kort iets over de kern van mijn yoga-lessen: bewustwording is de rode draad. Ik besluit straks te gaan stilzitten met aandacht voor spanning/ontspanning.
Na een serie oefening in staande houding (goed staan, waarneming en door bewegen voelen van de druk onder de voetzolen, de rietstengel, rondjes, kleine torsi’s), is er opnieuw de vraag de gedane oefeningen goed na te voelen.
We gaan in zittende houding waarbij een ieder een werkelijk comfortabele houding kiest om aandacht te besteden aan ‘Ervaar waar en hoe je spanning/ontspanning voelt’.
Lees de omschrijving van de oefening
Daarna, in de dialoogronde vertelt Ana dat ze verdriet voelde tijdens en na deze oefening. Ze zegt: ‘Ik wil wel ontspannen, maar niet dit verdriet voelen.’
In mijn reactie vertel ik dat spanning functioneel is. Om het verdriet eronder te houden, is (spier-)spanning nodig. Ik geef aan dat zij in dit geval de oefeningen kort kan doen. Ik ga verder met de les. Na de les blijft Ana een beetje draaien en ze zegt: ‘Ik denk niet dat dit iets voor mij is.’
Ze kijkt teleurgesteld en ook ik voel iets van teleurstelling en weeg af hoe ik haar kan steunen. Uiteraard door goed te luisteren en me bewust te zijn van mijn eigen gevoelens hierover. Mijn reactie is als volgt: Ik zeg haar dat ik haar hoor en begrijp wat ze zegt. Dat het vaker voorkomt dat mensen dit ervaren. Dat ze kennelijk heel goed kan voelen wat er gaande is en dat het verdriet misschien ‘klaar ligt’ om te komen. En dat het haar keuze is wanneer. Na dit gesprek besluit Ana te stoppen en ik geef haar andere opties: Yogalessen waar het fysieke meer beoefend wordt of wellicht juist een meer therapeutisch traject. We spreken af dat ze terug mag komen wanneer ze dat wil. Ik merk mijn neiging om toch ‘haar yogadocent te blijven’ en haar adviezen mee te geven. Want misschien gaat ze voorgoed of denkt ze nu voorgoed dat yogalessen niks voor haar zijn. Ik wil tegen haar zeggen: ‘Je kunt ontspannen ook in heel kleine stapjes doen; Je kunt kijken of je het verdriet durft aan te kijken; Je kunt de spanning waarnemen en meer niet zonder te willen of moeten ontspannen.’
Ik neem waar dat ik het kennelijk lastig vind haar zo te laten gaan. Dit gewaarzijn zorgt ervoor dat ik mijn adviezen terug houd en hartelijk gedag kan zeggen met een ‘wellicht tot ziens en je bent welkom.’
Na een maand of acht belt Ana mij op. Ze heeft niets anders gedaan: geen andere yogalessen en geen therapie. Wel heeft ze om de gevoelens ‘heen gecirkeld’. De losmaakoefeningen en de reeks staande oefeningen heeft ze af en toe wel gedaan en haar adem heeft ze regelmatig geobserveerd. Wat ze van mij gehoord heeft over de functie van spanning en hoe ‘gewoon’ dat is, is in deze maanden met haar mee gereisd. Dat heeft haar vertrouwen doen groeien. Zij is klaar voor het vervolg van de lessen.
Minder angstig door dit pauzetraject en het meegenomen en meegegroeide inzicht, heeft ze haar yogalessen voortgezet. Het verdriet dat zo groot voelde, kwam heel traag en in kleine stapjes en bleek niet als een storm maar als een milde regen te komen. In gelijke tred met de bewustwording van de lichaams- en mentale spanning en met ‘waarnemen zonder oordeel’, kwam zo heel rustig het opgekropte verdriet te voorschijn. Zo kon Ana meebewegen in plaats van overvallen worden of moeten ontspannen. Al mijn adviezen die ik haar in haar pauze wilde meegeven, komen aan bod en zijn ondersteunend. Ook ‘ik’ als yogadocent mag blijvend oefenen in traagheid en vertrouwen.
Utrecht, juli 2020
Loes van der Mee
Lees ook artikel: Mediteren is (ook) een ontspanningsoefening