De zaaier
Neem de tijd om goed te zitten. Dit kan op een stoel, meditatiebankje of op een kussentje op de yogamat. De handen op de buik.
Voel de contactvlakken; de grond, de stoel, je kussen of meditatiebankje. Voel welke lichaamsdelen contact maken met de ondergrond en voel welke delen in contact zijn met de lucht.
De grond onder je, de lucht/ruimte om je heen en voel de adembeweging in je.
Ga met de handen een zaaiende beweging maken; een gevende en ontvangende beweging; met de handen om beurten naar buiten en naar binnen draaien. Je kunt de bewegingen doen op het ritme van de adem; bijvoorbeeld de gevende beweging maken op een uitademing en de ontvangende beweging op een inademing. Je kunt ook de adem vrij laten en je aandacht meer richten op wat zich aandient.
Geef wat je wilt geven en ontvang wat je graag wilt ontvangen. De handen mogen ook naar een ander lichaamsdeel gaan, wat het meer nodig heeft of wat je in de aandacht wil nemen.
Wat je geeft, raak je niet kwijt. Als je houdt van iemand, wordt dat niet minder als je je liefde geeft.
Wanneer het voldoende is (na enkele tot 10 minuten zijn), beëindig je de oefening. Voel het effect van de oefening.
Deze oefening heeft naast zijn meditatieve effect in het schoudergewricht door de draaiende beweging een ‘smerend’ effect in het gewricht, wat goed is voor het kraakbeen en om het gewricht ‘op te warmen’. Ook geeft het een lichte rek aan het kapsel, wat goed is om de beweging in het schoudergewricht te houden en bij stijfheid te vergroten.